De taken van de verpleegkundige vallen eigenlijk in twee delen uiteen:
Tijdens de vlucht in de helikopter heeft de verpleegkundige een ondersteunende vliegtechnische taak. De belangrijkste taak is de navigatie, maar alle verpleegkundigen zijn ook in het bezit van het RT-certificaat en mogen daartoe ook de communicatie met de luchtverkeersleiding overnemen. Daarnaast assisteren zij de vlieger bij het doorlopen van de checklists en de noodprocedures. Daartoe heeft hij/zij een aanvullende opleiding gevolgd en worden jaarlijks bijgeschoold en gecheckt. In tegenstelling tot de arts (die luchtvaarttechnisch slechts een passagier is) is de verpleegkundige dan ook een ‘crew member’. Samen met de piloot zorgt de verpleegkundige ervoor dat het team zo snel mogelijk op de plaats van bestemming arriveert. De verpleegkundige wordt in luchtvaarttermen ook wel HEMS (Helicopter Emergency Medical Services) Crewmember genoemd. Wanneer de helikopter niet kan vliegen (door weersomstandigheden of door technische storingen) of als tijdens nachtelijke uren de ongevalslocatie in een bepaalde straal valt, gaat het MMT per auto naar het ongeval. De MMT’s van Amsterdam en Groningen (LL1 en LL4) maken in dat geval gebruik van een ambulancechauffeur/HLO om het MMT voertuig te besturen. Bij de MMT’s van Rotterdam en Nijmegen (LL2 en LL3) besturen de verpleegkundigen het voertuig. Zij hebben hiertoe een aanvullende rijopleiding gevolgd. De helikopterpiloot gaat over het algemeen niet mee wanneer het team gebruikmaakt van de auto.
Tijdens de behandeling assisteert de verpleegkundige de arts en vult samen met de arts de aanwezige ambulancebemanningen aan. De verpleegkundigen van het MMT zijn allen ambulance- of SEH-verpleegkundigen en hebben daarnaast ook een achtergrond binnen de anesthesie en/of IC. Dit betekent dat de verpleegkundige, net als de arts en de ambulancebemanning, ook buiten het MMT-werk vaak met ‘vitaal bedreigde’ patiënten te maken heeft.
3,517 total views, 2 views today